Leenwoorden: beter goed geleend dan slecht bedacht

Taal is een bijzonder complex communicatiesysteem dat nooit stilstaat. Waar woorden verdwijnen, sluipen nieuwe pareltjes geregeld ons vocabulaire binnen. Ook uit andere talen. Deze specifieke categorie noemen we ‘leenwoorden’. Geen hippe marketingtermen, maar volledig ingeburgerde woorden waarvan niemand weet dat ze van oorsprong helemaal niet Nederlands zijn. Maar waarom lenen we? En welke woorden hebben we van wie? Onder het genot van een cappuccino en een croissant ging deze bon vivant vanachter haar bureau op onderzoek uit.

Genereus met woorden

Wist jij bijvoorbeeld dat ‘restaurant’ (Frans), ‘museum’ (Latijn) ‘computer’ (Engels) en ‘föhn’ (Duits) geleend zijn? Vroeger leenden we vooral uit Frans en Latijn, maar tegenwoordig is die lijst een stuk langer. Neem het Russische ‘bistro’, Finse ‘sauna’ – overigens ook meteen de enige van deze Scandinavische bovenburen – en Arabische ‘matras’. Met andere woorden: wij Nederlanders lenen er gretig op los.

Van museum tot föhn

Wist jij bijvoorbeeld dat ‘restaurant’ (Frans), ‘museum’ (Latijn) ‘computer’ (Engels) en ‘föhn’ (Duits) geleend zijn? Vroeger leenden we vooral uit Frans en Latijn, maar tegenwoordig is die lijst een stuk langer. Neem het Russische ‘bistro’, Finse ‘sauna’ – overigens ook meteen de enige van deze Scandinavische bovenburen – en Arabische ‘matras’. Met andere woorden: wij Nederlanders lenen er gretig op los.

Van toegevoegde waarde?

Maar waarom eigenlijk? Die uitleg is heel simpel. Soms beschikt onze moedertaal gewoonweg niet over een vergelijkbare uitdrukking, juiste vertaling of woord met dezelfde gevoelswaarde. Deze woorden voegen dus daadwerkelijk iets toe aan ons vocabulaire. En dat is precies het pijnpunt van dit dynamische taalproces. Want lang niet allemaal zijn leenwoorden van toegevoegde waarde. Het teruggeefaspect mag in deze gevallen dus best wat serieuzer worden genomen. Eerlijk is eerlijk, zo nu en dan ligt het er zo dik bovenop dat het sprekers of schrijvers vooral gaat om hip, chique of intelligent overkomen. Dus in het kader van waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan: schrijf ‘op zich’ in plaats van ‘an sich’ en verkies ‘aanname’ boven ‘assumptie’. Het Nederlands alternatief is vaak toch echt de beste keuze.

PS Een boek schrijven over leenwoorden hoeft overigens niet. Dat deed Nicole van der Sijs al. In het Van Dale Groot Leenwoordenboek neemt ze ons verhalenderwijs mee langs leenwoorden in het Nederlands. Een lees-, taal- en geschiedenisboek in één.

woorden van quinn.

delen met je collega, beste vriend(in) of de rest van de wereld?

ik wil een cursus

ik wil een cursus

ik wil een cursus