7 geinige spreekwoorden uit de Nederlandse taal
Naast grappige, mooie en bijzondere woorden, zijn er door de jaren heen ook prachtige spreekwoorden in het leven geroepen. Sommige onherleidbaar of zelfs niet te begrijpen. Deze vaak korte uitspraken bevatten vaak een algemene wijsheid of levensles en de formulering of woordkeus is onveranderlijk. En waar ‘na regen komt zonneschijn’ prima te begrijpen is, spreken talloze spreekwoorden niet direct tot de verbeelding. Wij geven je de betekenis en herkomst van zeven geinige spreekwoorden uit de Nederlandse taal, zodat je op de volgende kringverjaardag nóg slimmer overkomt.
1. De berg heeft een muis gebaard
Met andere woorden: ‘de verwachtingen waren hoog, maar het resultaat bleek weinig voor te stellen’ of ‘ondanks de grote beloften is er vrijwel niets van terecht gekomen’. Dit spreekwoord vindt zijn oorsprong in een oeroud fabel van de Romeinse schrijver Phaedrus die schreef over een bevallende berg. Toen de berg na een moment van beven weer rustig werd, bleek dat er alleen een muis uit voortgekomen was. Tsja, meer kunnen we er niet van maken.
2. Dat is geen klein bier
Dit spreekwoord betekent ‘dat is niet niks’, ‘dat is de moeite waard’ of ‘dat is een zaak van belang’. Niet alleen in Nederland, maar ook in Engeland (small beer/small ale) en Frankrijk (ce n’est pas de la petite bière) gebruiken ze dit spreekwoord graag. Klein bier refereert naar licht bier waar niet veel hop aan toe is gevoegd en wat – uiteraard – het drinken niet waard is.
3. Met de gebakken peren zitten
Als je dit spreekwoord gebruikt, zit je in moeilijkheden of moet je ergens voor opdraaien. Het is vroeger tot stand gekomen, toen gebakken peren als lekkernij werden gezien. In deze context betekent het letterlijk dat je heerlijk gekookt hebt, maar dat je gasten niet komen opdagen. Ze laten je dus zomaar zitten met jouw heerlijk gekookte maal. Lullig!
4. De tering naar de nering zetten
Wanneer iemand de tering naar de nering zet, past ‘ie zijn uitgaven aan zijn inkomsten aan. Bijvoorbeeld wanneer er om bepaalde redenen minder geld op de bank staat. Tering is hier afgeleid van het werkwoord teren, dat ‘in zijn levensonderhoud voorzien met de bijgedachte aan het verbruiken van geld’ betekent. Nering schijnt afgeleid te zijn van het verouderde werkwoord neren, ofwel voeden of onderhouden. Kortom, moet je op je geld letten dan moet je de tering dus naar de nering zetten.
5. Wat baten kaars en bril, als de uil niet zien en wil
Deze is voor de koppige mensen onder ons. Het betekent namelijk dat het geen zin heeft iemand te helpen die toch niet wil meewerken. Dus als iemand weer eens koppig doet of tegenwerkt, kun je deze erin gooien.
6. Een blauwtje lopen
Ofwel: iets wat je bij een ander voor elkaar wilt krijgen, maar niet lukt. Van een simpel afgewezen verzoek tot een afkeuring van iemand waar je een oogje op had. Maar waarom een blauwtje? Volgens Onze Taal is het spreekwoord al zo’n vier eeuwen oud en verwijst blauwtje hier naar de een verkorting van een blauw scheenbeen. Je stoot je en loopt dus een figuurlijke blauwe plek op. Ouch..
7. De bolworm steekt hem
Hij heeft last van kuren of doet weer eens raar. Maar hoe kwam dit spreekwoord ooit tot stand? De bolworm is een larve die zich in de hersenen van schapen ontwikkelt en daar de draaiziekte veroorzaakt. Resultaat? Het schaap gaat rondjes lopen en gek doen. Wie zich dus gedraagt als door een bolworm geplaagd, doet raar zoals een draaiziek schaap. Vergezocht? Misschien.